Katten

Katten stralen rust, mysterie en speelsheid uit – eigenschappen die perfect samengaan met de serene, vaak poëtische stijl van Japanse kunst. Dat is mijn uitgangspunt en hierdoor ontstaan beelden die zowel vertederend als visueel krachtig zijn. Zo wil ik een moment van verwondering en stilte oproepen in het dagelijks leven. Lees mijn interpretaties of verlies jezelf in je eigen fantasie.

Kat 01. Sora

Hij is verbonden met de hemel, en daarom heet hij Sora (Lucht).
Hij is daar, in een houding die niets verraadt. Zijn kimono verbergt zijn gestalte. De stof valt overdadig langs zijn flanken, de kraag hoog gesloten.

Een dun kabeltje loopt van zijn nek uit beeld. Het houdt hem, op de een of andere manier, hier. Vast, misschien. Of gewoon gebonden aan iets wat buiten zicht blijft. Voor hem staat een bord met een vis. Binnen bereik? Je weet het niet. De afstand is klein, maar misschien net te groot. 

Sora reikt niet. Hij beweegt niet. Hij duldt. Dit is gaman — uithoudingsvermogen zonder drama. Aanwezigheid met waardigheid. Lijden zonder klagen.


Kat 02. Shoga

Zijn naam is Shoga — dat betekent gember. Aards, zacht, verwarmend. Hij zit in het licht dat door het raam naar binnen valt. Zijn vacht gloeit rood, zijn cape valt losjes om hem heen. Verder is de kamer leeg: een gladde vloer, lege muren, geen meubels, geen geluid.

Buiten gebeurt wellicht van alles, maar hierbinnen lijkt alles vertraagd. Toch voelt het niet kaal. Integendeel — de leegte geeft Shoga een vanzelfsprekende omlijsting.

Dat is ma: de kunst van ruimte laten. Niet als een gemis, maar als iets waardevols op zich. Zoals de rust tussen twee noten muziek, of het wit rondom een penseelstreek. Het is wat ervoor zorgt dat de dingen kunnen ademen.

Shoga zit daar gewoon, maar het gaat niet alleen om hem. Het gaat om alles eromheen, en hoe het samenvalt in een stille balans.


Kat 03. Aoitora

Aoitora (Blauwe Tijger) poseert triomfantelijk bij de visgraat. Niet ongeschonden, maar standvastig. Er hangt iets in de lucht: de nasleep van strijd, het stille moment na een laatste klauw. Zie de rode spatten. Geen bloederig tafereel, maar er is iets gebeurd. Een gevecht, misschien kort, maar onvermijdelijk. Niet uit woede, niet uit wreedheid — het ging zoals het moest gaan.

De vis, half verdwenen in een andere dimensie, lijkt haar lot te begrijpen. Dit is shikata ga nai: het kan niet anders. Geen ruimte voor twijfel of spijt. Alleen het voltrekken van wat onontkoombaar was en de berusting die daarop volgt.

Onderaan, bijna onzichtbaar, zit een miniatuurkat. Te klein om indruk te maken, maar precies groot genoeg om alles in balans te houden. Toeschouwer van wat kennelijk onvermijdelijk was.