Stories

Mijn werk reikt verder dan alleen Japanse invloeden – soms borrelen er hele andere ideeën naar boven, en werk ik die verder uit. In deze collectie laat ik een aantal visuals zien die niet in een serie thuishoren, maar gewoon los op zichzelf staan. Wat ze gemeen hebben is dat ze allemaal een verhaal in zich dragen. In mijn teksten doe ik een aanzet naar wat er mogelijk verborgen ligt. Maar er is alle ruimte voor je eigen interpretatie of filosofische bespiegelingen.

Story 01. Ambriosa

Zij is volgens A.I. het betoverende midden tussen tijdloze glamour en sensualiteit. Met haar opgestoken lokken als krullen van goud en een uitstraling die doet denken aan de iconen van weleer, doet ze haar naam eer aan: Ambriosa, het voedsel van de goden dat hen onsterfelijk maakt.

De vraag is: mag je anno nu nog in de ban raken van zo’n schoonheid? Wanneer is het vieren van verleiding een ode en wanneer wordt het een reductie?

In een tijd waarin we streven naar gelijkwaardigheid en bewustzijn wordt schoonheid een dilemma.

Is deze vrouw niets anders dan een etalage voor andermans blik of belichaamt zij een ideaalbeeld waarvoor ze zélf kiest?


Story 02. Sireon

Sireon is de trap die nergens heen gaat, de boodschapper van illusie. Hij draait omlaag en stopt dan, het is genoeg geweest. Wie ervoor staat, ziet treden verdwijnen in het zand. Maar wie dichterbij komt, merkt dat het ophoudt. Er is geen diepte, geen doorgang — alleen de suggestie.

Het zand eromheen is met zorg geharkt in cirkels, alsof iemand iets wilde bewaren of je aandacht wilde vangen.
Sireon staat daar en wie blijft kijken, merkt dat het brein toch iets anders wil. Dat de trap tóch doorgaat, ergens, in gedachten. Want welke wereld kan er schuilen onder het zand? Je kijkt naar een illusie.

En is dat niet vaak zo, in het leven?


Story 03. Saku Ato

Saku Ato heet deze visual: Het Spoor van Bloei. Aan het uiteinde van de plank staat de vaas, fragiel en toch volkomen in balans. Naast haar liggen stille getuigen van een bloei die zij zo recent gedragen moet hebben. In de aanwezigheid van de blaadjes huist de zachte waarheid van wabi-sabi: schoonheid schuilt in het vergankelijke, kracht in het subtiele. De vallende blaadjes herinneren niet aan verlies, maar aan de cyclus van leven en verval.

Hier, tussen balans en broosheid, tussen aanwezigheid en verdwijnen, bloeit de diepste schoonheid: die van herinnering en overgave.

De vorm van de vaas lijkt tijdloos in haar eenvoud, maar ook zij is hier niet eeuwig. Ooit zal ze verbrokkelen, verdwijnen, net zoals de bloemen die ze eens droeg.